Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeide David: [31]Wat heb ik nu gedaan? [32]Is er geen oorzaak? 31. Te weten, waarom gij mij dus bekijft, en beschuldigt van hovaardij? 32. Alsof hij zeide: Mijn vader heeft mij immers hier tot ulieden gezonden. Anders, is het niet dit woord, of oorzaak? Dat is, naar sommiger mening: Is dat woord, dat ik daar gesproken heb, oorzaak dat gij op mij zo vergramd zijt en mij zo bekijft? Anders, is dat de zaak niet?